Vorig jaar bereikten huurders en verhuurders een Sociaal Huurakkoord om de enorme huurstijgingen te matigen. Blok wijkt hier op een aantal essentiële punten vanaf. Woonbonddirecteur Ronald Paping: ‘Juist deze afwijkingen van het Sociaal Huurakkoord leiden tot een onmogelijk huurbeleid en een groot risico dat de afgesproken en broodnodige matiging van de huurstijgingen niet doorgaat.’
Ongelijke behandeling huurders
De wetswijziging van Blok zorgt voor een ongelijke behandeling van sociale huurders. Commerciële aanbieders kunnen de huren jaarlijks 2,5% boven inflatie verhogen, terwijl dit bij corporaties gemiddeld maximaal 1% boven inflatie is. Paping: ‘Huurders met hetzelfde soort contract als sociale huurders bij corporaties, kunnen op volstrekt willekeurige gronden een hogere huurverhoging krijgen. Dat is ongelijke behandeling van huurders, zodat commerciële verhuurders nog meer kunnen verdienen.’ Een motie om deze ongelijke behandeling uit de wet te schrappen haalde het net niet in de Tweede Kamer. Vertaald naar de zetelverdeling in de Eerste Kamer tekent zich wel een meerderheid af tegen deze rechtsongelijkheid. Veel fracties in de Eerste Kamer hebben hier dan ook kritische vragen over gesteld.
Tijdelijke contracten
Blok heeft het uitbreiden van tijdelijke verhuur gekoppeld aan het wetsvoorstel over het huurbeleid. Het invoeren van tijdelijke contracten, tot twee jaar voor zelfstandige woningen en tot vijf jaar voor kamerverhuur, betekent woononzekerheid voor een groeiende groep huurders. De wetswijziging biedt particuliere verhuurders de ruimte om dit contract aan iedereen aan te bieden. Corporaties mogen dit contract aan bepaalde doelgroepen aanbieden. Dit omstreden voorstel is een fundamentele aantasting van de huurbescherming.
Inkomensafhankelijke huurverhoging
Ook is er veel kritiek op de inkomensafhankelijke huurverhoging die Blok voorstelt. Onder andere omdat de inkomensafhankelijke huurverhoging dit jaar geëvalueerd wordt, en er recente cijfers beschikbaar komen vanuit het periodieke woon-onderzoek van het ministerie van Binnenlandse zaken. Veel partijen vinden het onverstandig om afspraken te maken over de inkomensafhankelijke huurverhoging, als er later dit jaar nieuwe feiten op tafel komen.
De Eerste Kamer besluit volgende week pas of de antwoorden van Blok voldoende zijn voor behandeling van het wetsvoorstel, of dat er een tweede vragenronde wordt ingepland.